Einde en begin

Nog maar één week en dan zit het voltijd opleidingsdeel van Make IT Work er voor mij op! Als ik achterom kijk, heb ik enerzijds het gevoel dat de tijd is gevlogen en anderzijds zie ik binnen dat half jaar zo veel activiteit, nieuwe kennis en ervaring achter me liggen dat het helemaal niet zo kort voelt. Een beetje zoals Alice die door “the rabbit hole” een heel nieuwe wereld is binnengestapt en zo veel heeft meegemaakt, terwijl die periode voor een buitenstaander niet veel voorstelde. Want wat is nou eigenlijk een half jaar?

Vervanging

Leden van de organisatie kwamen vorige week onze lokalen opmeten. Nu het bestaan van de opleiding wat is bestendigd, kunnen ze hun eigen meubilair gaan aanschaffen. De aftrap is al geweest voor een nieuw cohort Software Engineering. Over een paar dagen, wanneer wij bezig zijn om onze eindpresentaties nog bij te schaven en wanneer wij onze eindgesprekken hebben, profileert een nieuwe groep mensen zich bij de werkgevers.

Ze hopen dat ze weer zo’n grote groep krijgen, en weer zo veel vrouwen, zeggen ze.

Het voelt een beetje alsof we gaan verhuizen, met die meetlinten erbij.

Uit slechte ervaringen kunnen soms de mooiste dingen ontstaan, schrijft Elizabeth Day in haar boek How to fail (Everything I’ve ever learned from things going wrong). Die uitspraak omschrijft precies hoe ik mij voel over de laatste maanden. Ik had deze ervaring voor geen goud willen missen.

Durf keuzes te maken

Hoe vaak sudderen mensen niet door in een baan (of welke situatie dan ook) die niet goed is en niet slecht? Maar juist doordat het niet echt altijd slecht is of slecht past, blijf je erin hangen en neem je geen beslissing. Ergens mee ophouden vereist moed: het vereist namelijk een beslissing en daarmee het nemen van verantwoordelijkheid. En soms moet je je eerst echt ongemakkelijk voelen, voordat er reden is voor verandering.

Wist je dat dat ook hetgene is waar mensen het meest spijt van hebben op de werkvloer? Dat ze te lang in een situatie zijn gebleven waar ze ongelukkig van werden of zich in ieder geval niet goed konden ontwikkelen.

Dit durf ik dan alleen in figuurlijke zin (foto van Artem Beliaikin, pexels.com)

“Jij kunt beter minder gaan werken”

Ik heb het idee dat het ‘doorsudderen’ op een niet-passende werkplek nog extra wordt aangemoedigd bij vrouwen (of moeders?), in ieder geval in het onderwijs en in de zorg (kampioen deeltijdwerkvelden). Niet gebaseerd op onderzoek maar op observatie. Ik dacht daar wel aan toen ik vorige week zaterdag de column las van Marike Stellinga (Deeltijddames, mag het een onsje meer?), waarin zij de discussie aanzwengelt over de mogelijke redenen waarom vrouwen in de zorg en het onderwijs regelmatig zulke kleine banen hebben.

Een groot deel van de tekorten zou kunnen worden opgelost, als veel van die deeltijdcontracten ietsje groter zouden worden. Er zijn verschillende redenen dat het onaantrekkelijk wordt gemaakt om te vragen om een grotere baan; hierbij wil ik een mogelijke reden aandragen voor het klein worden van de banen.

Hoe komt het dat ik vaak hoor dat wanneer moeders hun werk niet fijn vinden, ze besluiten om minder te gaan werken? Je krijgt het advies ook: je moet ‘gewoon’ minder gaan werken, maximaal drie dagen (de bedrijfsarts zei tegen mij dat ik maximaal twee dagen kon werken, dat ik niet tot meer in staat was. En hij vroeg me hoeveel mijn man werkte en of dat niet fulltime kon, hoewel een van de oorzaken van mijn uitval was dat het met hem ook niet goed ging. Dat had ik ook net besproken met de bedrijfsarts. Ik verzin dit niet.).

Dat je je daarmee financieel afhankelijk maakt (tot en met je pensioen), vind ik vrij onverteerbaar, maar ik ben in de afgelopen jaren – vooral door generatiegenoten eerlijk gezegd, niet door de generatie vrouwen die juist de zelfstandigheid bevochten hebben – behoorlijk gekappiteld vanwege het belang dat ik hecht aan financiële zelfstandigheid. Want je doet ‘het’ toch samen? Dus als je je baan niet fijn vindt, ga je minder werken maar blijf je er wel met een been in staan. Je zet je eigen ontwikkeling feitelijk stil en zegt dan dat je minder belang hecht aan werk en carrière. Natuurlijk. We moeten ook zoveel balletjes in de lucht houden, dus ik snap de afweging echt wel.

foto van Firaaz Hisyari (pexels.com)

Maar als je dan wordt aangemoedigd om minder te werken, pak je eigenlijk nog steeds niet de onderliggende problemen aan. Nu denk je misschien: het onderliggende probleem is juist tijdgebrek en te veel balletjes. Daar tegenin is aan te voeren (hier komen mijn stokpaardjes!) dat vrouwen nog steeds vaak het leeuwendeel van de verantwoordelijkheid dragen (of ook nemen misschien?) voor het reilen en zeilen van het huishouden, tegenstrijdige ideaalbeelden meekrijgen, dat vrouwen van jongs af aan worden opgevoed met ideeën over hoe belangrijk het is dat ze altijd aardig worden gevonden, door iedereen (waarom als niet iedereen aardig voor jou is?), niet te veel van anderen mogen vragen en altijd het belang van anderen voorop moeten stellen? Dat je het moet slikken als er van alles op de werkvloer niet oké is. En dat terwijl iedereen er veel meer aan heeft, als jij op tijd duidelijk aangeeft wat jij nodig hebt om goed je werk te kunnen doen. Zou je denken…

Een man (of vader) die zijn baan niet goed meer trekt of het idee heeft dat hij vast zit, gaat eerder op zoek naar iets nieuws. Wordt daartoe aangemoedigd. Mannen zijn ook nog steeds opgevoed met het idee dat ze kostwinner horen te zijn.

Dat is mijn indruk, ietwat generaliserend.

“Kun je deze omscholing combineren met een gezin?”

Op een warme dag afgelopen zomer, vlak na de toelating tot het omscholingstraject, was ik met mijn gezin bij het zwembad. Vlakbij ons zat een man die ik had gezien bij de voorbereidingsbijeenkomsten. Zijn vrouw was hoogzwanger en hun andere kind kon duidelijk nog maar net lopen. Hij heeft echter nooit bij een van die voorbereidingsbijeenkomsten gevraagd, zover ik weet natuurlijk, of je dit traject kunt combineren met een gezin. Vrouwen doen dat wel, standaard bij een oriënterende voorbereidingsbijeenkomst. Gewoon een observatie.

Als vaders deze vraag niet stellen, dan kunnen moeders er toch ook voor gaan? Het is 5 maanden lang 5 dagen per week. Het was een marathon en er zijn dagen geweest waarop ik twijfelde of ik de eindstreep ging halen. Het was veel en pittig en ik kijk er ontzettend naar uit om op dinsdagochtend lekker met mijn peuter op de fiets te stappen en een rondje over de markt te doen. Om, wanneer mijn dochter uit school komt, in detail te horen hoe haar dag is geweest.

Ik ga vier dagen werken bij mijn werkgever, maar ik zal op dezelfde dag als de anderen een handtekening onder mijn certificaat zetten. Met een baan van 4 dagen kan ik een betere werknemer en een betere moeder zijn. Mijn echtgenoot werkt trouwens ook 4 dagen. Wij verdelen de lasten zo eerlijk mogelijk.

Probeer eens wat nieuws… Alice probeert croquet te spelen met een flamingo (John Tenniel)

Nieuwe perspectieven

Is zo’n half jaar lang of juist kort? Ik vond het te overzien, terugkijkend (niet altijd als ik er midden in zat, toegegeven. We hebben elkaar er soms doorheen gesleept.). Nu heb ik een hoop nieuwe perspectieven wat mijn carrière betreft. We zien wel wat er op mijn pad komt; en op dat pad neem ik ook graag de nieuwe vrienden mee die ik heb gemaakt. Het was een bijzondere ervaring, zo een half jaar samen optrekken.

Ik heb er geen spijt van dat ik door de ‘rabbit hole’ ben gevallen. Er was een heel andere wereld waar ik geen weet van had; en er is nog zoveel te ontdekken. Ik ben trots op de stap die ik heb gezet, en dat gevoel kan ik een ieder van harte aanbevelen.

Een gedachte over “Einde en begin

Voeg uw reactie toe

  1. Dag Patricia,
    Heb je stuk geboeid gelezen. Gelukkig zijn er meer vrouwen zoals jij (overigens ook in het onderwijs!). Mijn vrouw en ik waren gelukkig allebei gezegend met werk waar we plezier in hadden en dat, toen de kinderen klein waren, goed op elkaar af te stemmen was omdat zij zelf haar werktijden kon bepalen!

    Like

Geef een reactie op Klaas Albert Blom Reactie annuleren

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑