Op dag 3 valt het me op: gedichten vormen zich in mijn hoofd, in programmeercode. Ik droom zelfs over programmeren. En nee, het zijn geen nachtmerries. Dat geldt zelfs voor de droom waarin ik alleen maar kan communiceren via code. Die droom voelt opvallend rustig.
Maar die poëzie dan? Soms lijkt het net alsof hetzelfde deel van mijn hersens wordt geactiveerd waarmee ik ook altijd gedichten heb geschreven. Is het een bepaalde creatieve omgang met taal? Toen de docent (onze nerd leader) deze week ook programmeren met poëzie vergeleek, wist ik dat de vergelijking niet alleen in mijn hoofd zat. Dus bij deze een blog over de parallellen tussen programmeren en poëzie!

Schrijven voor publiek
Veel mensen denken dat je programmeercode alleen maar voor de computer schrijft, maar dat is niet zo. De programmeercode moet weliswaar uit te voeren zijn en moet daarom volgens alle syntactische regels geformuleerd zijn, maar net zo goed moet je code leesbaar zijn voor andere mensen. Andere programmeurs bijvoorbeeld. Daarom zet je niet alles als lange zinnen achter elkaar, maar structureer je je code als een soort gedicht. Dat structureren verloopt volgens een heel aantal conventies, die niet nodig zijn voor de uitvoer maar wel om de code leesbaar te maken.
Witregels
Ik laat spaties om onderscheid voor de lezer duidelijk te maken; de computer heeft deze niet nodig. Zinnen maak ik niet te lang en vormen duidelijke eenheden. Soms breek ik de regel vroegtijdig af en zet ik de zin voort op de volgende regel.
Net zoals bij gedichten laat ik witregels om mijn lezers (en mijzelf) adempauze te gunnen. Ik eindig nu alleen wel elke denkeenheid met een punt-komma, zelfs aan het eind van mijn code. Daarin schuilt toch, zo zegt mijn gevoel, een oneindigheid in elk ‘gedicht’.

Esthetiek
Wat ik nu wel achterwege laat zijn de dubbelzinnigheden, metaforen en verrassingen met een laatste woord op de volgende regel. Het is echter een misvatting dat gedichten ‘vaag’ moeten zijn: een gedicht kan wel complex zijn en alleen toegankelijk voor een ‘uitgelezen’ publiek. De facto geldt dat ook voor programmeren: de lezer is een ingewijde.
Mijn creativiteit kan ik wel loslaten (ja, nu al!) op de keuze aan formuleringen. Vaak genoeg zijn er verschillende wegen die naar Rome leiden. Ook is het mogelijk om de ene formulering “mooier” te vinden en deze om die reden te kiezen (en ja, ik geloof in een zekere objectiviteit van de idee Schoonheid, zie Plato…).
Schrijven is schrappen
Ieder die ooit een schrijfcursus heeft gevolgd, kent de kreet wel: “Schrijven is schrappen!” Al het overtollige, het wollige, moet weg. En een sterke parallel tussen het gedicht en programmeercode bestaat ook juist in dit aspect: dat een wereld wordt geschapen in maar een paar woorden, die de kern beschrijven zonder allemaal geschets of ruis eromheen. Bij alles vraag je je af: is dit stukje hier echt nodig of kan het ook korter, kernachtiger? Dan rijst het beeld dat je wilt neerzetten snel en zo helder mogelijk voor de lezer op, die daar dan weer de eigen fantasie, ideeën en referentiekader op los kan laten.
Een muzikaal ritme van woorden
De laatste parallel zit in het ritme. Een goed gedicht bezit een ritme: het loopt of het loopt niet. Dat is nogal wiedes voor een gedicht in metrum (een vaststaande afwisselen van lange en korte klanken of van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen), maar ook het vrije vers is niet vrij van ritme. Ik kan een tijdlang puzzelen op een strofe, totdat het ritme voor mijn gevoel klopt. Dan kun je het vloeiend voordragen. Of je kunt ermee spelen en het gedicht juist laten horten en stoten op momenten. Als het goed is, ondersteunt het ritme de inhoud van het gedicht.

Die parallel voel ik ook bij programmeren. Als ik naar goede code kijk, dan zie ik een zeker ritme, cadans. Dan loopt het letterlijk (wat vaak lelijk vernederlandst “runnen” wordt genoemd… dat vind ik dan weer jammer!).
Conclusie: op een bepaalde manier zijn programmeurs net dichters. Word ik daarom zo blij van programmeren?
Zijn er nog andere dichters die stapjes (durven te) zetten in IT-land?

Plaats een reactie